Onderstaand ziet u diverse voorbeeldgedichten voor op een grafsteen of grafmonument. Mocht u vragen en of advies willen, neemt u dan gerust contact met ons op.
We staan niet altijd stil, bij het woord SAMEN,
maar het is een groot gemis, als SAMEN uit je leven is.
Opeens was je verdwenen.
We konden er niets aan doen.
We hebben niet eens afscheid kunnen nemen.
Niet eens een kleine zoen.
De leegte die je hebt achtergelaten
zit nu in ons hart verstopt.
En de lege gaten zijn met verdriet volgepropt.
Haar strijd is over en ook haar pijn.
Een ieder denkt: zo zal het beter zijn.
Maar het is voorbij en dat doet zeer,
want wij beseffen heel goed
we zien haar nooit meer.
Stil ben je van ons heengegaan,
je hebt altijd voor ons klaargestaan.
Geborgenheid en liefde heb je ons gegeven.
Zo was je hele leven.
Je was een schat voor ons allen.
Je te moeten missen zal ons zwaar vallen.
Nooit meer iets van je horen.
Nooit meer iets van je zien
Niet in dit leven.
In het hiernamaals misschien.
In mijn hart blijf ik je dragen.
In mijn hart blijf je bestaan.
Aan dit kleine plekje in mijn hart
daar komt niemand meer aan.
Nooit vragend, nooit klagend,
je lasten in stilte dragend.
Je handen hebben voor ons gewerkt.
Je hart heeft voor ons geklopt.
Je ogen hebben ons tot op het laatst gezocht.
Hand in hand zijn we gegaan
tot aan de drempel, moegestreden,
maar omringd door ons allen
ben je moedig en rustig heengegaan.
In je hart leven mensen
die daar helemaal thuis zijn
en die daar blijven wonen
zelfs als ze dood zijn.
't Verlies was er al voor het einde.
De rouw al voor het afscheid kwam.
Toen die niet te begrijpen verwarring
bezit van haar gedachten nam.
Eerst werd je ziek, toen was het sterven nog ver,
steeds kwam het dichterbij, nu telt de hemel een ster,
een hele mooie en dat ben jij
Denk aan mij terug,
maar niet in de dagen van pijn en verdriet.
Denk aan mij terug in de stralende zon,
hoe ik was toen ik alles nog kon.
Omdat er liefde is, bestaat er geen voorbij,
in alle eeuwigheid ben jij
We staan niet altijd stil, bij het woord SAMEN,
maar het is een groot gemis, als SAMEN uit je leven is.
Opeens was je verdwenen.
We konden er niets aan doen.
We hebben niet eens afscheid kunnen nemen.
Niet eens een kleine zoen.
De leegte die je hebt achtergelaten
zit nu in ons hart verstopt.
En de lege gaten zijn met verdriet volgepropt.
Haar strijd is over en ook haar pijn.
Een ieder denkt: Zo zal het beter zijn.
maar het is voorbij en dat doet zeer,
want wij beseffen heel goed
we zien haar nooit meer...
Stil ben je van ons heengegaan,
je hebt altijd voor ons klaargestaan.
Geborgenheid en liefde heb je ons gegeven.
Zo was je hele leven.
Je was een schat voor ons allen.
Je te moeten missen zal ons zwaar vallen.
Nooit meer iets van je horen.
Nooit meer iets van je zien
Niet in dit leven.
In het hiernamaals misschien.
In mijn hart blijf ik je dragen.
In mijn hart blijf je bestaan.
Aan dit kleine plekje in mijn hart
daar komt niemand meer aan.
Nooit vragend, nooit klagend,
je lasten in stilte dragend.
Je handen hebben voor ons gewerkt.
Je hart heeft voor ons geklopt.
Je ogen hebben ons tot op het laatst gezocht.
Hand in hand zijn we gegaan
tot aan de drempel, moegestreden,
maar omringd door ons allen
ben je moedig en rustig heengegaan.
In je hart leven mensen
die daar helemaal thuis zijn
en die daar blijven wonen
zelfs als ze dood zijn.
't Verlies was er al voor het einde.
De rouw al voor het afscheid kwam.
Toen die niet te begrijpen verwarring
bezit van haar gedachten nam.
Eerst werd je ziek, toen was het sterven nog ver,
steeds kwam het dichterbij, nu telt de hemel een ster,
een hele mooie en dat ben jij
Denk aan mij terug,
maar niet in de dagen van pijn en verdriet.
Denk aan mij terug in de stralende zon,
hoe ik was toen ik alles nog kon.
Omdat er liefde is, bestaat er geen voorbij,
in alle eeuwigheid ben jij
We staan niet altijd stil, bij het woord SAMEN,
maar het is een groot gemis, als SAMEN uit je leven is.
Opeens was je verdwenen.
We konden er niets aan doen.
We hebben niet eens afscheid kunnen nemen.
Niet eens een kleine zoen.
De leegte die je hebt achtergelaten
zit nu in ons hart verstopt.
En de lege gaten zijn met verdriet volgepropt.
Haar strijd is over en ook haar pijn.
Een ieder denkt: Zo zal het beter zijn.
Maar het is voorbij en dat doet zeer,
want wij beseffen heel goed,
we zien haar nooit meer.
Stil ben je van ons heengegaan,
je hebt altijd voor ons klaargestaan.
Geborgenheid en liefde heb je ons gegeven.
Zo was je hele leven.
Je was een schat voor ons allen.
Je te moeten missen zal ons zwaar vallen.
Nooit meer iets van je horen.
Nooit meer iets van je zien
Niet in dit leven.
In het hiernamaals misschien.
In mijn hart blijf ik je dragen.
In mijn hart blijf je bestaan.
Aan dit kleine plekje in mijn hart
daar komt niemand meer aan.
Nooit vragend, nooit klagend,
je lasten in stilte dragend.
Je handen hebben voor ons gewerkt.
Je hart heeft voor ons geklopt.
Je ogen hebben ons tot op het laatst gezocht.
Hand in hand zijn we gegaan
tot aan de drempel, moegestreden,
maar omringd door ons allen
ben je moedig en rustig heengegaan.
In je hart leven mensen
die daar helemaal thuis zijn
en die daar blijven wonen
zelfs als ze dood zijn.
't Verlies was er al voor het einde.
De rouw al voor het afscheid kwam.
Toen die niet te begrijpen verwarring
bezit van haar gedachten nam.
Eerst werd je ziek, toen was het sterven nog ver,
steeds kwam het dichterbij, nu telt de hemel een ster,
een hele mooie en dat ben jij
Denk aan mij terug,
maar niet in de dagen van pijn en verdriet.
Denk aan mij terug in de stralende zon,
hoe ik was toen ik alles nog kon.
Omdat er liefde is, bestaat er geen voorbij,
in alle eeuwigheid ben jij
We staan niet altijd stil, bij het woord SAMEN,
maar het is een groot gemis, als SAMEN uit je leven is.
Opeens was je verdwenen.
We konden er niets aan doen.
We hebben niet eens afscheid kunnen nemen.
Niet eens een kleine zoen.
De leegte die je hebt achtergelaten
zit nu in ons hart verstopt.
En de lege gaten zijn met verdriet volgepropt.
Haar strijd is over en ook haar pijn.
Een ieder denkt: zo zal het beter zijn.
Maar het is voorbij en dat doet zeer,
want wij beseffen heel goed
we zien haar nooit meer.
Stil ben je van ons heengegaan,
je hebt altijd voor ons klaargestaan.
Geborgenheid en liefde heb je ons gegeven.
Zo was je hele leven.
Je was een schat voor ons allen.
Je te moeten missen zal ons zwaar vallen.
Nooit meer iets van je horen.
Nooit meer iets van je zien
Niet in dit leven.
In het hiernamaals misschien.
In mijn hart blijf ik je dragen.
In mijn hart blijf je bestaan.
Aan dit kleine plekje in mijn hart
daar komt niemand meer aan.
Nooit vragend, nooit klagend,
je lasten in stilte dragend.
Je handen hebben voor ons gewerkt.
Je hart heeft voor ons geklopt.
Je ogen hebben ons tot op het laatst gezocht.
Hand in hand zijn we gegaan
tot aan de drempel, moegestreden,
maar omringd door ons allen
ben je moedig en rustig heengegaan.
In je hart leven mensen
die daar helemaal thuis zijn
en die daar blijven wonen
zelfs als ze dood zijn.
't Verlies was er al voor het einde.
De rouw al voor het afscheid kwam.
Toen die niet te begrijpen verwarring
bezit van haar gedachten nam.
Eerst werd je ziek, toen was het sterven nog ver,
steeds kwam het dichterbij, nu telt de hemel een ster,
een hele mooie en dat ben jij
Denk aan mij terug,
maar niet in de dagen van pijn en verdriet.
Denk aan mij terug in de stralende zon,
hoe ik was toen ik alles nog kon.
Omdat er liefde is, bestaat er geen voorbij,
in alle eeuwigheid ben jij
We staan niet altijd stil, bij het woord SAMEN,
maar het is een groot gemis, als SAMEN uit je leven is.
Opeens was je verdwenen.
We konden er niets aan doen.
We hebben niet eens afscheid kunnen nemen.
Niet eens een kleine zoen.
De leegte die je hebt achtergelaten
zit nu in ons hart verstopt.
En de lege gaten zijn met verdriet volgepropt.
Haar strijd is over en ook haar pijn.
Een ieder denkt: zo zal het beter zijn.
Maar het is voorbij en dat doet zeer,
want wij beseffen heel goed
we zien haar nooit meer.
Stil ben je van ons heengegaan,
je hebt altijd voor ons klaargestaan.
Geborgenheid en liefde heb je ons gegeven.
Zo was je hele leven.
Je was een schat voor ons allen.
Je te moeten missen zal ons zwaar vallen.
Nooit meer iets van je horen.
Nooit meer iets van je zien
Niet in dit leven.
In het hiernamaals misschien.
In mijn hart blijf ik je dragen.
In mijn hart blijf je bestaan.
Aan dit kleine plekje in mijn hart
daar komt niemand meer aan.
Nooit vragend, nooit klagend,
je lasten in stilte dragend.
Je handen hebben voor ons gewerkt.
Je hart heeft voor ons geklopt.
Je ogen hebben ons tot op het laatst gezocht.
Hand in hand zijn we gegaan
tot aan de drempel, moegestreden,
maar omringd door ons allen
ben je moedig en rustig heengegaan.
In je hart leven mensen
die daar helemaal thuis zijn
en die daar blijven wonen
zelfs als ze dood zijn.
't Verlies was er al voor het einde.
De rouw al voor het afscheid kwam.
Toen die niet te begrijpen verwarring
bezit van haar gedachten nam.
Eerst werd je ziek, toen was het sterven nog ver,
steeds kwam het dichterbij, nu telt de hemel een ster,
een hele mooie en dat ben jij
Denk aan mij terug,
maar niet in de dagen van pijn en verdriet.
Denk aan mij terug in de stralende zon,
hoe ik was toen ik alles nog kon.
Omdat er liefde is, bestaat er geen voorbij,
in alle eeuwigheid ben jij
We staan niet altijd stil, bij het woord SAMEN,
maar het is een groot gemis, als SAMEN uit je leven is.
Opeens was je verdwenen.
We konden er niets aan doen.
We hebben niet eens afscheid kunnen nemen.
Niet eens een kleine zoen.
De leegte die je hebt achtergelaten
zit nu in ons hart verstopt.
En de lege gaten zijn met verdriet volgepropt.
Haar strijd is over en ook haar pijn.
Een ieder denkt: zo zal het beter zijn.
Maar het is voorbij en dat doet zeer,
want wij beseffen heel goed
we zien haar nooit meer.
Stil ben je van ons heengegaan,
je hebt altijd voor ons klaargestaan.
Geborgenheid en liefde heb je ons gegeven.
Zo was je hele leven.
Je was een schat voor ons allen.
Je te moeten missen zal ons zwaar vallen.
Nooit meer iets van je horen.
Nooit meer iets van je zien
Niet in dit leven.
In het hiernamaals misschien.
In mijn hart blijf ik je dragen.
In mijn hart blijf je bestaan.
Aan dit kleine plekje in mijn hart
daar komt niemand meer aan.
Nooit vragend, nooit klagend,
je lasten in stilte dragend.
Je handen hebben voor ons gewerkt.
Je hart heeft voor ons geklopt.
Je ogen hebben ons tot op het laatst gezocht.
Hand in hand zijn we gegaan
tot aan de drempel, moegestreden,
maar omringd door ons allen
ben je moedig en rustig heengegaan.
In je hart leven mensen
die daar helemaal thuis zijn
en die daar blijven wonen
zelfs als ze dood zijn.
't Verlies was er al voor het einde.
De rouw al voor het afscheid kwam.
Toen die niet te begrijpen verwarring
bezit van haar gedachten nam.
Eerst werd je ziek, toen was het sterven nog ver,
steeds kwam het dichterbij, nu telt de hemel een ster,
een hele mooie en dat ben jij
Denk aan mij terug,
maar niet in de dagen van pijn en verdriet.
Denk aan mij terug in de stralende zon,
hoe ik was toen ik alles nog kon.
Omdat er liefde is, bestaat er geen voorbij,
in alle eeuwigheid ben jij
Als iets liefs je verlaat, blijft nog altijd de liefde.
In onze gedachten was je, in onze gedachten ben je,
In onze gedachten zul je altijd blijven.
Te lang heb je geleden, te kort is het verleden
Het verdriet zullen we delen.
Achter tranen van verdriet, schuilt de glimlach van herinnering.
Als je ouder wordt en niet meer weet waar je bent.
Als je mensen ziet, maar ze niet echt meer herkent.
Als je toch blijft strijden, om bij ons te leven, dan hopen wij
dat je nu rust is gegeven.
Het pad dat je gaat is het pad dat je kiest.
De dag dat je aarzelt, is de dag dat je verliest
Het leven is als een kaars, zij brandt langzaam op
en plotseling is de vlam gedoofd.
Het gemis zal altijd blijven, de lege plek, het doet zo'n pijn.
Wanneer ik 's avonds naar de sterren kijk,
knipoogt er altijd eentje naar mij.
En dat ben jij
Soms is er zoveel wat we voelen, maar zo weinig wat we kunnen zeggen.
Sterven doe je niet ineens, maar af en toe een beetje.
Hij was er altijd, voor iedereen.
Met raad en daad, nog zoveel te doen.
Zoveel te geven in dit leven.
Huil niet, omdat zij er niet meer is,
maar glimlach, omdat zij er was.
's Avonds reed hij weg
bruisend vol leven.
Die avond bleef hij weg
geruisloos de dood in gedreven
Veel gelukkige jaren waren we samen.
Samen waren we één.
Maar nu je er niet meer bent,
moeten we zonder jou verder dus alleen.
Als het lichaam niet meer wil en het leven wordt een lijden,
kan men dankbaar zijn als God het komt bevrijden.
Groot is de leegte die hij achterlaat.
Mooi zijn de herinneringen die blijven.
Je vocht met al je levenskracht,
voor elke nieuwe dag en nacht.
Bedankt voor wat je ons hebt gegeven,
in onze harten zul je verder leven.
En als ik dood ben, treur dan niet,
ik ben niet echt dood, moet je weten.
Het is mijn lichaam dat ik achterliet,
dood ben ik pas, als jij mij bent vergeten.
Zo jong nog.
Zoveel plezier in het leven.
Waarom?
Niemand kan ons het antwoord geven
Je genoot van het leven als ware het een feest.
Wij vergeten nooit hoe bijzonder je bent geweest.
Mijn lieve schat, mijn alles wat ik had.
Je hebt gestreden maar helaas verloren.
Voor jou nooit meer ochtendgloren.
Bedankt voor al je liefde en geven,
het zal zwaar zijn zonder jou te leven.
De zon kwam op, de vogels floten,
de bloemen bloeiden, en toen werd het stil.
We hadden het zo fijn,
ik besef het wel, ook al ben ik nog zo klein.
We hadden nog zoveel moeten doen,
Opa (Oma), een hele, hele dikke zoen.
Oneindig stil verdriet, jou vergeten kan ik niet.
Het leed, onnoemelijk zwaar, dag lieverd, we zien elkaar
Bijzondere mensen sterven niet
zij gaan wel, maar blijven toch voor altijd
God die mij heeft gegeven, verstand, moed en kracht,
om te werken en te leven, zegt nu: het is volbracht.
Met liefde ontvangen, met verdriet weer afgestaan
Zo kortstondig, zo snel weggenomen,
maar je blijft bij ons, waar je ook bent
Onbeschrijfelijk mooi.
Onbeschrijfelijk klein.
Onbeschrijfelijk kort
mocht jij maar bij ons zijn
Ik heb je mogen dragen,
ik heb je mogen voelen,
maar ik heb je niet mogen vasthouden
Een wolk van een kindje is ons gegeven.
Maar als een wolkje ook stilletjes uit
ons leven weggedreven�
Het is bijna ondraaglijk wanneer zoveel
verwachting zo plotseling omslaat
in zoveel verdriet
Zo lief, zo klein,
Zo mooi, zo fijn,
Zo zal jij altijd in onze gedachten zijn
Als een druppel water die terugvloeit in de zee.
Je bent er niet meer, het is voorbij
al wat je deed, dat was voor mij.
Voor jou is nu de strijd gestreden
maar in mijn hart bewaar ik het verleden.
Plotseling ging je heen, nu ben ik alleen.
Onuitsprekelijk verdriet, vergeten zal ik je niet.
Slechts over blijft de herinnering van
hoe ik leefde op aarde, en voor degene die achterblijft
heeft dat de meeste waarde.
Hij was er altijd voor iedereen, met raad en daad, nog zoveel te doen, zoveel te geven, nog niet klaar in dit leven.
Nooit de moed opgeven, ook al is het soms zwaar,
de kracht om verder te leven, zeker met en voor elkaar.
Samen hebben we je mogen bijstaan,
in jouw laatste levensdagen.
Het was fijn om dit te mogen doen.
We zullen je heel erg missen.
We bewonderen je kracht die je leven gaf.
Moedig was de strijd, we gaan je missen.
Mama, wij zijn nog zo klein, waarom nu, het was zo fijn.
Je aai, je grapjes, je lieve lach, we missen je iedere dag.
Voor altijd zit je in ons hart,
op een plaatsje, heel apart.
Je was een rots in de branding,
en koerste recht door zee.
Je trotseerde storm en golven,
Alleen, je had de wind niet mee.
Als leven lijden wordt, is sterven een verlossing.
Bedankt voor al je liefde, je zorgen en je trouw.
Wij blijven in gedachten voor eeuwig steeds bij jou.
Als een druppel kon zeggen hoeveel ik je mis,
dan regende het iedere dag.
Dank je voor de hand die je toestak,
Dank je voor de zorg die je bood,
Dank je voor de woorden die je sprak,
Dank je voor de glimlach die altijd te zien was,
Dank je voor alles wat je gaf, Het was groots!
Waarom zijn er zoveel vragen,
Waarom is er zoveel pijn,
Waarom zijn er zoveel dingen,
die niet te begrijpen zijn.
Als het leven een vijand wordt, komt de dood als een vriend.
Er is een tijd om te lachen, en een tijd om te huilen.
Een tijd om te leven, en een tijd om te sterven.
De leegte zonder jou is met geen pijn te beschrijven.
Er zal ieder jaar weer een nieuwe lente komen.
Moeder zijn is alles geven,
zorg en lijden, liefde en leven.
Moeder zijn is alles derven,
alles in goede banen leiden en tevreden sterven.
Veel te vroeg heb je ons verlaten,
waarom hadden wij niets in de gaten.
Waarom al dat vechten, waarom al die pijn.
Je wilde hier niet weg, je wilde bij ons zijn.
De strijd was oneerlijk en geheel onterecht,
je wilde nog graag verder, maar verloor dit gevecht.
zo stil ben je van ons heengegaan,
met in je handen parels van eenvoud en liefde.
Vaarwel.
Het verdriet verdwijnt, de liefde leeft voort.
We hebben veel van je geleerd,
je leerde ons alleen niet
wat het is om je te moeten missen.
Diegene die ik lief heb verlaat ik,
om degene die ik lief had terug te vinden.
Je levenslust, je kracht en je liefde,
maar vooral je lach.
We zullen je ontzettend missen.
We hadden nog zoveel plannen,
we wilden nog zoveel doen.
Maar zonder jou zal mijn leven,
nooit meer zijn zoals toen.
Een bloemetje van mij,
een bloemetje voor jou.
Het vertelt in mijn hartje,
hoeveel ik van je hou.
Mensen komen en mensen gaan, als de golven van de zee.
Waar bloemen zijn, is het leven minder dor.
Wij zijn niet bedroefd omdat wij haar hebben verloren, maar dankbaar dat wij haar hebben gehad.
Je bent in je strijd tot het uiterste gegaan,
niemand kan begrijpen wat jij hebt doorstaan.
De trein naar het hiernamaals heeft coupés genoeg, die trein heeft nooit vertraging,
maar komt altijd te vroeg.
Strooi uit mijn as voor alle winden
dat, wat mijn lichaam was, de weg kan vinden.
naar alles wat een beminde
naar wol en zee en zich daarmee verbinden
voorgoed uit ons midden, voor altijd in ons hart.
Haar leed is geleden, de cirkel is rond.
Nu krijgt ze de rust, die ze hier niet meer vond.
Heel bijzonder, heel gewoon.
Gewoon een heel bijzondere man.
Je hebt je strijd dapper gestreden,
Rust nu maar uit.
Met kaarsjes en bloemen en jouw naam noemen,
willen we laten weten, dat we je niet vergeten.
Niemand die mij troosten kan
in mijn verdriet om jou.
Niemand die begrijpen zal
hoe vreselijk ik je mis.
Niemand die beseffen zal
hoe erg de pijn wel is.
Kantoor / Showroom / Werkplaats |
|
A. Hofmanweg 28 | Adres |
2031 BL Haarlem | |
Postbus 1222 | Postadres |
2001 BE Haarlem | |
(023) - 5326013 | Telefoon |
(023) - 5320811 | Fax |
info@troupinnatuursteen.nl | |
Openingstijden |